Zaterdag 11.00 uur. Hockeyclub De Warande in Oosterhout. Het is me eindelijk gelukt.

Na jaren van lobbyen is één van mijn dochters eindelijk gaan hockeyen. Weliswaar bij De Pelikaan, maar ja, op mijn vaderkwaliteiten is valt vast wel meer aan te merken. Ze verliest haar allereerste wedstrijd kansloos. Van het weer. De regen verpest haar ochtend in mei. Maar net als Guus Meeuwis heb ik in mijn hoofd nog wat zonlicht bewaard en ben ik de laatste die lacht.  

 

“Met zonder jas stap ik naar buiten, begin ik mijn tocht vol goeie moed. Ik moet me inhouden niet te gaan fluiten, zo loop ik de zon tegemoet. Vandaag zie ik m’n vrienden van vroeger, gewoon om te zien of er ergens iets zit. Van die jongens in ons die nergens om vroegen. Die niet wilden weten wat zwart was of wit.”

 

Thuis

 
 

Tegen 14.30 spring ik op de fiets richting Rucphen. Over dat lange fietspad dat we 25 jaar geleden samen zo vaak aflegden (met of zonder reflectorpaaltjes als trofee), langs mijn oude huis aan de Gastelseweg, langs mijn ouders en langs de Baanbrekers. Melancholie overload. De baan is zeiknat en ziet er troosteloos uit. Het enige geluid komt van het hockeyveld. Ik kan het nog niet zien, maar hoor tientallen kinderen rennen en gillen van plezier. Dat onmiskenbare geluid van stick op bal op plank. Ik voel me meteen thuis en heb meteen – en niet voor het laatst – een dikke strot. Vandaag is de dag waar ik al weken reikhalzend naar uitkijk. Het lustrum van HC Mistral. De club, mijn club, waar ik inmiddels ongeveer al net zo lang weg ben als ik er speelde, viert zijn 40-jarige bestaan. Iedereen is welkom. Er is van alles te doen. Heren 1 speelt tegen Oud Heren 1. Natúúrlijk ben ik erbij. 

Mijn blik valt eerst op het troosteloze veld van Orion en dan van de ene verbazing in de andere. Ik struikel over tientallen fietsen, het krioelt er van de kinderen, er speelt muziek, de tap is geopend en het veld van toen, de zandbak waar wij OG’s van Mistrals renaissance op De Vijfsprong opgroeiden, is vervangen door een spiksplinternieuw waterveld. Mistral lééft en het laat me glunderen en gloeien tegelijk.  

 

“Ik word begroet met een klap op m’n schouder. Hoe is het met jou, eerste grap, eerste glas. Hier in dit licht zijn we nauwelijks ouder, even een stilte dan lachen we pas. Eén voor één druppelt het binnen. De mannen van toen veranderen nooit.”

 

Voor geen goud willen missen

 
 

Even verderop, naast de poorten naar het nieuwe veld, begroet ik oud-voorzitter Harrie en krijg ik dikke kussen van Ria Houtepen. Ik knuffel Bram van der Wel. Iconen uit onze clubgeschiedenis en ik ben dolblij om ze te zien. Daarna val ik in de armen van mijn vrienden van vroeger. Mijn helden van toen. Ze zijn er niet allemaal, maar dat geeft niet. Ik voel me gezegend en ben intens dankbaar voor degenen die wél zijn gekomen. Ik zie Sander,  Neggers, Bob, Ynte en Uli en we staan heerlijk te borrelen terwijl de overige kopstukken van mijn generatie één voor één binnendruppelen.  

Als we rond 18.30 zijn omgekleed en in de kleedkamer naar Yntes opstelling luisteren, kijk ik bijna triomfantelijk de kring rond. Zeker, we zijn ouder, grijzer en dikker geworden – of een combinatie van die drie – maar de tijd heeft geen vat op kleedkamerhumor, noch op wie de gangmakers zijn.  

En als we onder het omroepen van onze namen, applaus en groene rook (ontzettend leuk gedaan) het veld op mogen, blijkt er ook binnen de lijnen maar bar weinig veranderd. Ulrich en Sander als schild voor mijn doel, Jelrik die ondanks zijn pensioen nog altijd als een maestro de lijntjes uitzet, Marco als bloedsnelle totaalhockeyer: waarheen we ook zijn uitgevlogen, ie-de-reen in dit Mistral Legends heeft een groen-zwart kloppend hart, en ik voel me oprecht trots om met deze mannen dit jubileumduel te mogen spelen.

Mijn ‘We moeten die jonge gasten natuurlijk wel effe op hun flikker geven’ in de groepsapp, vindt gelukkig ook gehoor. Oud H1 blijkt een goede fles rode wijn, die beter wordt naarmate de jaren vorderen en met m’n helm af, de zon in mijn ogen en een pilsje in het doel (thanks Ivo) brengen Tim Verschueren (tweemaal) en Tjeu Tegels de ruststand op 3-0. Tjeu, in de tweede helft overgelopen naar H1 om Jeroen Soeters zijn rechtmatige plek bij de Legends op te kunnen laten eisen, verknalt in de tweede helft de enige kans van Heren 1. Zijn kans op glorie eindigt met een lullig rollertje op mijn klompen. De schouder van Ulrich Maradona Houtepen is wel trefzeker en Tim beloont een uitstekende partij met zijn derde treffer: 5-0. De derde helft eindigt in een zeer zwaar uitgevochten, maar fair gelijkspel.  

Ik weet nog uit het verleden dat ik in elk wedstrijdverslag een Man of the Match uitriep. Daar wil ik ditmaal graag Men of the Day van maken. Terwijl de avond valt en de Legends duizenden ouwe koeien uit de sloot halen, besef ik nog maar eens dat ‘mijn’ lichting Mistrallers binnen én buiten de lijnen een gouden generatie is. Ik zal tot in de eeuwigheid volhouden dat sommigen van ons Oranje hadden kunnen halen, als ze maar eerder naar een grotere club waren verkast. Maar dat iedereen ervoor koos om samen bij Mistral groot te worden en samen op te groeien, bewijst des te meer dat een kleine club toch heel groot kan zijn. “Ik had het voor geen goud willen missen”, zei Jelrik tegen me. Namens iedereen. 

 
 

Tranen gelachen

 
 

Ik wil tot slot nog graag een woordje richten tot de huidige lichting Mistrallers zoals Rutger van der Ven en Jelle van den Brand. Iets kwijt aan gasten als Max Ferwerda, die ik me nog kan herinneren als kleine broeksmurf toen ik zelf nog speelde. Mannen die ons stokje overnamen, ook op de Vijfsprong groot werden en inmiddels ook 25 dienstjaren op de teller hebben. Ik wil jullie zeggen dat het lustrum tot in de puntjes was geregeld. Dat ik me welkom voelde. Dat ik de hele dag worstelde met mijn emoties. Tot op de dag van vandaag associeer ik Mistral met een zorgeloze jeugd. Een leerschool die ik als kleine jongen binnenstapte en als volwassen man verliet, met een eindeloze lijst hoogtepunten en herinneringen als rapport. Mistral liep als een rode draad door mijn leven. Ik zat er vaak vier keer per week. Het was de veilige haven waar jochies als ik vriendschappen sloten en werden meegenomen door gasten als Ynte, Neggers en Soeters. De manier waarop jullie de clubcultuur in ere houden en doorgeven aan de volgende generatie Mistrallers is echt fantastisch mooi om te zien. Ik voelde me gisteren weer die kleine jongen van toen en dat ontroerde me enorm. 

Zondagmiddag, 13.00 uur. Met een bonkend hart en een bonkende kater staar ik naar mijn laptop. Normaal gesproken heb ik áltijd een woordje klaar en schud ik verhaaltjes zo uit mijn mouw. Niet vandaag. Vandaag ben ik stil en kamp ik met een writer’s block van hier tot Tokio.  

De Lustrum-groepsapp verstoort elke poging tot een fatsoenlijk verhaal over 25 mei 2024. Tientallen foto’s en video’s, tientallen bedankjes. Ik moet lachen en een brok wegslikken tegelijk. Ik zet de Legends-teamfoto op Instagram. Worstel me door dit verhaal. En hoop vooral dat het niet weer 40 jaar duurt voordat we elkaar weer zien.  

Ik heb tranen gelachen,  
onnozel gedaan  
en tenslotte tevreden 
het licht uitgedaan.